De eerste twee delen gaan over een groep dieren die zich bedreigd voelen als er op een dag arbeiders met graafmachines hun bos betreden om een autosnelweg aan te leggen.
De enige optie die de dieren uiteindelijk hebben is om het bos te verlaten, maar waar moeten ze heen? Pad heeft gehoord van het Witte Hertenpark, een reservaat waar de mens de natuur met rust laat en zelfs beschermt. Omdat de dieren weinig keus hebben besluiten ze gezamenlijk het park te gaan zoeken met Vos als leider en Pad als gids. Voordat ze op reis gaan leggen de dieren een boseed af, waarin de vleeseters beloven niet te zullen jagen op hun reisgenoten of hen bang te maken, hoewel Adder het daar moeilijk mee heeft. Tevens beloven ze elkaar wederzijdse bescherming en het eten te delen, ook al gaat dat tegen hun instinct in.
Maar de groep, die onder andere bestaat uit Das, Mol, Wezel en Uil, heeft meer van de mens te vrezen dan van elkaar. Tijdens de zware reis komen onder andere de fazanten en de egels door jagers en verkeersongevallen om het leven, wat Vos zich persoonlijk aantrekt. Maar uiteindelijk weet hij de dieren naar het Witte Hertenpark te leiden om daar een nieuw leven te beginnen.
