Gastarbeiders: hoe meer hoe beter

2015-02-09 1

'We werden nog net niet doodgeknuffeld', zegt de zoon van een Turkse gastarbeider over de hartelijke ontvangst in Nederland. Omdat de Nederlandse jeugd steeds hoger wordt opgeleid en er werk in overvloed is, lukt het werkgevers in de jaren '60 nauwelijks om voldoende ongeschoolde arbeiders te vinden. Zo ook het bedrijf Thomassen en Drijver uit Deventer, op dat moment Europa's grootste blikfabriek. Het bedrijf heeft veel handwerkers nodig en stuurt uiteindelijk zijn personeelschef naar Turkije, naar 'de slavenmarkt van Ankara', zoals een medewerker het uitdrukt. Eenmaal in Nederland worden de gastarbeiders door de fabriek in de watten gelegd: ze krijgen o.a. een voetbalclub en vliegtickets voor vakantie in Turkije. Secundaire arbeidsvoorwaarden waar de Nederlandse werknemers jaloers op zijn. Maar dan volgt begin jaren '80 de economische crisis en wil het bedrijf van zijn gastarbeiders af. Thomassen en Drijver verzint een vertrekpremie: de gastarbeider krijgt 25.000 gulden mee, mits hij terugkeert naar zijn vaderland en niet meer terugkeert naar Nederland. Een kwart, veelal oudere, gastarbeiders gaat hier op in. De rest blijft in Nederland, voorgoed.